Toggle Menu
1546: Keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk geeft het Graafschap Tecklenburg, waar Lingen deel van uitmaakte, als leen uit aan Maximiliaan van Egmont, Graaf van Buuren en , stadhouder van Overijsel.
1548: Maximiliaan geeft Tecklenburg behalve Lingen terug aan Koenraad, van wie Karel V het leen ontnomen had. Deze transactie had de toestemming van Karel V.
1551: na de dood van Maximiliaan werd zijn einige, nog minderjarige, dochter Anna eigenares van Lingen; haar voogden hebben Lingen weer verkocht aan Karel V. Reden: het huwelijk van Anna van Buuren met Prins Willem van Oranje werd door Karel V alleen goedgekeurd als het Graafschap Lingen aan hem (Karel V) teruggegeven werd. Zo geschiedde (voor 120.000 Caroli-gulden). Karel V gaf Lingen vervolgens als leen aan Maria van Hongarije, de Stadhoudster van de Nederlanden.
1555: Bij zijn afdanking als Keizer draagt Karel V het Graafschap Lingen over aan zijn zoon Philips II, koning van Spanje en de Nederlanden.
1578: in middels had in 1568 de 80-jarige oorlog begonnen en de Staten Generaal der nog jonge Republiek schonken (nog uit naam van Philips II!) het Graafschap Lingen aan Prins Maurits.
1578-1633: tijdens de 80-jarige oorlog en tijdens de 30-jarige oorlog in de Duitse landen, was Lingen herhaaldelijk bezet dooe Spanje en andere Duitse landen.
1633: Prins Frederik Hendrik neemt bezit van Lingen.
1648: bij de Vrede van Munster erkent Spanje de overdracht van Lingen aan de Oranjes.
1672: tijdens het rampjaar werd Lingen bezet door troepen van het Bisdom Münster. Deze bezetting eindigde door het vredesverdrag in 1674 tussen de Republiek en het Bisdom Münster.
1677: De leenband met Overijsel wordt verbroken en Lingen wordt soeverein onder het heerschap van de Prins Willem III van Oranje en wordt daarmee onafhankelijk van de Republiek.(Willem III was in 1675 ook stadhouder van Overijsel geworden!)
1702: Koning Frederik I van Pruisen bezet na het overlijden van Willem III o.a. het Graafschap Lingen omdat (naar zijn zeggen) Prins Frederik Hendrik beschreven zou hebben dat bij uitblijven van een mannelijke nakomeling, o.a. het Graafschap zou overgaan op diens dochter Louise Henriëtte, die getrouwd raakte met Frederik van Brandenburg. Bij het overlijden van Willem III was Frederik van Brandenburg ook Koning geworden van Pruisen(1701).

 

Geschiedenis en bijzonderheden (history and particularities)

Het graafschap Lingen was een leen van Maximiliaan van Egmond en Buren (stadhouder van Overijsel en verkregen in 1546 van de leenheer was Keizer Karel V - MT) en ging na diens dood over in de handen van Anna van Buren. De keizer stelde als een voorwaarde voor zijn goedkeuring aan het huwelijk van Anna van Buren met Willem I van Oranje dat het graafschap Lingen aan hem werd verkocht.

In 1555 werd Lingen door Karel V aan Philips II overgedragen als deel van de (Habsburgse - MT) Nederlanden.

Het graafschap Lingen kwam in bezit van Willem van Oranje als gift van de Staten-Generaal bij de geboorte van zijn dochter Catharina Belgia in 1578. Het graafschap behoorde echter nog aan de koning van Spanje: de gift werd gedaan uit naam van de koning. Als voorwaarden werden door de Staten-Generaal aan de gift gesteld: Willem zou afstand zou doen van zijn vordering van f 160.000 op Philips, uit de opbrengst zou een uitkering worden gedaan aan zijn dochter en het graafschap zou leenroerig zijn aan de provincie Overijssel. De Overijsselse leenbank weigerde echter vooralsnog over te gaan tot belening en het graafschap zelf bleef in handen van de Spanjaarden.

Tot een werkelijke inbezitneming kwam het pas in 1597, toen Maurits het graafschap bezette. Het maakte toen nog onderdeel uit van de onverdeelde boedel van het sterfhuis van Willem van Oranje. Curator van het sterfhuis, Pijll, werd belast met het beheer van Lingen. In de praktijk voerde Maurits het bestuur en in 1602 werd hij door Overijssel met Lingen beleend.

In 1605 werd Lingen door Spinola ingenomen en kwam het graafschap in het bezit van de aartshertogen van de Zuidelijke Nederlanden. In 1630 werd Lingen met meer door de Spaanse troepen verdedigd en in 1633 trok Rutger van Haersolte Lingen binnen. Van Haersolte benoemde uit naam van prins Frederik Hendrik van Oranje, de rechtsopvolger van Maurits in Lingen, een rentmeester en rechter. Van Haersolte zelf werd aangesteld als vice-drost, later als drost.

In 1633 werd het gebied ook uitgebreid met de burcht van Bevergeern.

In 1648 deed Spanje in art. 50 van het Vredestractaat van Münster officieel afstand van het graafschap, waarmee de feitelijke bezitsverhoudingen werden erkend. Het graafschap bleef leenroerig aan de Staten van Overijssel. Na de dood van Willem III (1702 - MT) liet Frederik I van Pruisen Lingen door zijn geheimraad Danckelmann bezetten, op grond van zijn aanspraken op een deel van de erfenis. In 1738 werd deze situatie met de definitieve regeling van de erfenis van Willem III bevestigd en erkend. ( Mr. G.J. ter Kuile sr., 'Het graafschap Lingen onder de Oranje's' in: Verslagen en Mededelingen van de Vereeniging tot de beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis (Deventer, 1953).)1

Tödden waren de handelsreizigers uit het graafschap Lingen, de rest van Westfalen en ook in de nederlandse en belgische Kempen die in de tijd dat de Oranjes de regeerders waren (maar ook later), hun bijdragen leverden aan het verhogen van de welvaart in deze streken. Onder andere de warenhuisketen C&A heeft zijn oorsprong in de kooplieden die zich de "Tödden" noemden.2


1 Nationaal Archief, Nassause Domeinraad vanaf 1581
2 Wikipedia (D) en Wikipedia (NL)

 

......

Steden, genoemd in de genealogiën (geboorte, doop, huwelijk en overlijden):

naam   datum of periode  
       
Tunen (Thuine) en Suttrup (kerkdorp van Tunen) Dirk Sweer, Brand Sweer (Evers), Geert Evers (Timmer), Jan Timmer vóór 1688 - na 1702 (bezetting Graafschap Lingen door Pruisen) voorvaders van Theodorus Tromp